Opbouw van het boek
Het boek is opgebouwd uit vier delen:
Deel A Modelgestuurd ontwikkelen
Geeft een inleiding in model-driven development, zowel theoretisch als praktisch.
- Hoofdstuk 1 Van informatiemodel naar informatiesysteem geeft een inleiding in informatie-modelleren in MDD-perspectief. In een practicum met de MDD-tool (Cathedron) wordt model-driven development tastbaar gemaakt, zowel vanuit het perspectief van de gebruiker als dat van de ontwikkelaar.
- Hoofdstuk 2 MDD en platformonafhankelijk ontwikkelen gaat over de verschillende abstractie-niveaus van MDD-modellen: een platformonafhankelijk model (PIM) wordt getransformeerd naar één of meer platformspecifieke modellen (PSMs).
- Hoofdstuk 3 Modelleren als iteratief proces illustreert hoe een informatiemodel en het bijbehorende informatiesysteem in een herhalingscyclus (iteratief proces) stap voor stap groeien en veranderen (incrementeel ontwikkelen).
Deel B Structuur in informatie
Gaat over informatiemodellen en hun betekenis. Deze betekenis is meervoudig: een model modelleert de relevante wereld waarover informatie moet worden vastgelegd, maar ook het informatiesysteem dat eruit wordt gegenereerd.
- In hoofdstuk 4 Informatie, objecten en feiten wordt aan de hand van eenvoudige voorbeelden het begrip informatie verdiept en gerelateerd aan twee andere fundamentele begrippen: object en feit. Tevens wordt de kennis van platformonafhankelijke informatiemodellen uitgebreid en wordt een link gelegd met genormaliseerde, relationele modellen.
- In hoofdstuk 5 Analyseren en modelleren gaat het om het maken van keuzes en de consequenties daarvan. Aan de hand van alternatieve oplossingen van een modelleerprobleem ervaart u hoe een ontwikkelaar iemand is die permanent voor- en nadelen van oplossingen tegen elkaar afweegt.
- In hoofdstuk 6 Informatiepatronen gaat het om informatiestructuren op een hoger abstractie-niveau: u leert in verschillende informatiemodellen gemeenschappelijke patronen te herkennen en deze in nieuwe situaties toe te passen.
- Hoofdstuk 7 Methodisch informatiemodelleren is gewijd aan het methodisch ontwikkelen van informatiemodellen. Centraal hierin staan complexiteitsreductie door een modulaire aanpak en het herkennen van patronen.
Deel C Interface en bedrijfsregels
Gaat over het ontwikkelen van informatiesystemen met een niet-standaard gebruikersinterface en met niet-standaard regels (bedrijfsregels).
- Hoofdstuk 8 Gebruikersinterface is gewijd aan non-default ontwerp van een gebruikersinter-face: formulieren en menus voor verschillende soorten gebruikers.
- Hoofdstuk 9 Bedrijfsregels en hoofdstuk 10 Implementatie van bedrijfsregels gaan over de verschillende typen bedrijfsregels waaraan informatieverzamelingen kunnen zijn onderworpen en de wijze waarop deze regels kunnen worden gehandhaafd.
Deel D Voortgezet modelleren
Gaat over kiezen tussen alternatieve modellen, waarbij afweging van soorten complexiteit (in structuur of in regels) een belangrijke rol speelt.
- Hoofdstuk 11 Generalisatie behandelt de mogelijkheden van generalisatiestructuren, met subklassen. Daarbij zal de kracht van objectoriëntatie blijken.
- Hoofdstuk 12 Generiek modelleren is, in het licht van al het voorgaande, gewijd aan de kern van het modelleerambacht: het constant afwegen van complexiteit in informatiestructuur tegen complexiteit in interface en regels.